Deuteronomium 31:19

SVEn nu, schrijft ulieden dit lied, en leert het den kinderen Israels; legt het in hun mond; opdat dit lied Mij ten getuige zij tegen de kinderen Israels.
WLCוְעַתָּ֗ה כִּתְב֤וּ לָכֶם֙ אֶת־הַשִּׁירָ֣ה הַזֹּ֔את וְלַמְּדָ֥הּ אֶת־בְּנֵי־יִשְׂרָאֵ֖ל שִׂימָ֣הּ בְּפִיהֶ֑ם לְמַ֨עַן תִּהְיֶה־לִּ֜י הַשִּׁירָ֥ה הַזֹּ֛את לְעֵ֖ד בִּבְנֵ֥י יִשְׂרָאֵֽל׃
Trans.wə‘atâ kiṯəḇû lāḵem ’eṯ-haššîrâ hazzō’ṯ wəlamməḏāh ’eṯ-bənê-yiśərā’ēl śîmāh bəfîhem ləma‘an tihəyeh-llî haššîrâ hazzō’ṯ lə‘ēḏ biḇənê yiśərā’ēl:

Algemeen

Zie ook: Joodse wetten (613)

Aantekeningen

En nu, schrijft ulieden dit lied, en leert het den kinderen Israëls; legt het in hun mond; opdat dit lied Mij ten getuige zij tegen de kinderen Israëls.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

עַתָּ֗ה

-

כִּתְב֤וּ

En nu, schrijft

לָ

-

כֶם֙

-

אֶת־

-

הַ

-

שִּׁירָ֣ה

ulieden dit lied

הַ

-

זֹּ֔את

-

וְ

-

לַמְּדָ֥הּ

en leert

אֶת־

-

בְּנֵי־

het den kinderen

יִשְׂרָאֵ֖ל

Israëls

שִׂימָ֣הּ

legt

בְּ

-

פִי

het in hun mond

הֶ֑ם

-

לְמַ֨עַן

-

תִּהְיֶה־

-

לִּ֜י

-

הַ

-

שִּׁירָ֥ה

opdat dit lied

הַ

-

זֹּ֛את

-

לְ

-

עֵ֖ד

Mij ten getuige

בִּ

-

בְנֵ֥י

zij tegen de kinderen

יִשְׂרָאֵֽל

Israëls


En nu, schrijft ulieden dit lied, en leert het den kinderen Israëls; legt het in hun mond; opdat dit lied Mij ten getuige zij tegen de kinderen Israëls.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!